Dagindeling
Een ochtend op de peuteropvang ziet er als volgt uit:
08.30 – 08.45 uur – binnenkomst van de kinderen
08.45 – 09.15 uur – dagopening
09.15 – 10.00 uur – spelen in de hoeken/knutselactiviteit
10.15 – 10.30 uur – Pauze (drinken en koekje/fruit eten)
10.30 – 11.00 uur – taalactiviteit/muzikale vorming
11.00 – 11.30 uur – buitenspel/bewegingsspel
11.30 – 11.45 uur – dagsluiting
11.45 uur – kinderen worden opgehaald
Binnenkomst
De pedagogisch medewerkers verwelkomen de kinderen bij binnenkomst. De kinderen mogen even spelen tot het moment van dagopening.
Dagopening
De peuters zitten in de kring. Het kringgebeuren is een moment waarop een belangrijke bijdrage geleverd wordt aan de taalontwikkeling en gewoontevorming van de peuters.
Deze eerste kring is om:
• elkaar goede morgen te wensen.
• de presentielijst te lezen m.b.v. een spelletje waardoor de peuters elkaars namen leren kennen.
• psalmversjes en bijbelliederen te zingen, bidden en een verhaal uit de Bijbel te horen.
Spelen in de hoeken
Het lokaal is ingericht met verschillende hoeken:
• De huishoek: het naspelen van allerlei dingen die je volwassenen ziet doen en het leren samen spelen zijn heel vormend voor het gevoelsleven van de peuter.
• De bouwhoek: met bouwmateriaal worden allerlei ervaringen opgedaan: stapelen, passen, meten, iets bouwen en afbreken, maar ook het naast en met elkaar spelen worden gestimuleerd.
• Constructiehoek: door het bouwen met duplo en ander constructiemateriaal wordt de fijne motoriek, het inzicht in verhoudingen en het samen spelen ontwikkeld.
• Boekenhoek: het vertellen en voorlezen, het bekijken van platen en praten over wat je hoort en ziet bevorderen de taal/denkontwikkeling van de peuter.
• Puzzelhoek: met het maken van puzzels, inleg -en insteekspelen doet de peuter ervaringen op op het gebied van passen en meten, vergelijken, betasten, bekijken e.d.
• Verkeersmateriaal: het met auto’s e.d naspelen van allerlei situaties uit het dagelijks leven.
• Knutselen: aan de knutseltafel worden ervaringen opgedaan met materiaal en technieken: Hoe ga je om met een kleurpotlood, schaar, plakselkwast, prikpen en verfkwast. Het verkennen van het aangeboden materiaal staat centraal en niet het resultaat.
De peuters mogen kiezen waar ze willen spelen. Ze leren om langere tijd met een bepaald spel bezig te zijn, om elkaars spel niet te verstoren en om op te ruimen.
Eten en drinken
De tweede kring is om:
• Te drinken en een koekje en fruit te eten.
• Te zingen.
• Vinger- en handspelletjes te doen.
• Voor te lezen.
Bewegingsspel
Bij mooi weer gaan we buiten spelen met o.a. rijdend materiaal. Wanneer kinderen niet meer spontaan spelen worden er kringspelletjes gedaan.
Dagsluiting
In de kring wordt de morgen besloten met psalmversjes, bijbelliederen en dankgebed.